Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Het vuur zult gij [129]tot spijze zijn, uw [130]bloed zal zijn in het midden des lands; uwer zal [131]niet gedacht worden; want Ik, de HEERE, heb het gesproken. 129. Hebreeuws, om te eten; dat is, om u te eten. Gelijk het vuur het hout verslindt, alzo zullen de vijanden u verslinden. 130. Te weten wredelijk overal van de vijanden vergoten. 131. Te weten van de mensen. Zo gans zult gij uitgeroeid worden. Vergelijk onder hfdst.25 vs.10.